top of page
  • Foto van schrijverRedactie

“Er ontstaan nieuwe bruggetjes en verbindingen”

Blog | Onderzoeken


Ton van Amstel is bestuurslid van de Participatiekoren en heeft alzheimer. Zingen doet hem goed, merkt hij. Maar waarom is dat eigenlijk zo? Hij vroeg het professor Wiesje van der Flier van het Amsterdam UMC Alzheimercentrum. Zij doet onderzoek naar dementie en zingt zelf ook mee in het Participatiekoor Haarlem.

Waarom word je van zingen zo blij?

“Ja, dat is een goeie vraag en het antwoord daarop is dat het een raadsel is. Hoewel het nooit wetenschappelijk is onderzocht, weten we er wel iéts van. Zingen is heel bijzonder. Het spreekt allereerst de herinnering aan. Muziek die je je hele leven hebt gehoord of graag hebt gezongen, wordt diep in ons geheugen bewaard. Dat zit letterlijk op het ruggenmerg. Hoor je dan na jaren weer dat ene liedje, dan wordt dat meteen in het geheugen aangesproken en ervaar je ook de bijbehorende emotie.

“Maar er gebeurt nóg iets bijzonders. Bij zingen komt ontzettend veel kijken. Je gebuikt je oren, je mond-spieren, je middenrif en je ademhaling. Er komt ritme bij kijken en melodie. Er gebeurt dus heel veel terwijl je zingt en het effect daarvan is dat het je hele brein ‘aan’ zet. Horen, zien, ritme, ademhalen, woorden, melodie, gevoel; dat zit allemaal op verschillende plekken in je hoofd. Wanneer je zingt worden al die gebieden in één keer geactiveerd en met elkaar verbonden.”

Dat werkt ook zo als je alzheimer hebt?

“Jazeker, bij mensen met dementie werkt dat ook zo. Het mooie is dat bij hen de gebieden in de hersenen die niet meer zo goed werken door zingen weer worden aangejaagd. Er ontstaan nieuwe bruggetjes en verbindingen met hersengebieden die niet meer zo goed functioneren.”.

Is dat de reden dat mensen na het zingen soms weer beter praten?

“Bij dementie zijn verschillende gebieden in de hersenen beschadigd en werken daarom niet goed meer. Als je wilt praten, dan moet je het laatje ‘spreken’ opendoen. Als dat stukje beschadigd is, dan lukt het niet meer zo goed. Met zingen worden zoveel netwerken tegelijk aangezet dat ook het spraakcentrum, het geheugen en het emotionele deel in je hersenen erbij betrokken worden. Die helpen de delen in de hersenen die niet meer zo goed functioneren, via omleidingsroutes, opnieuw te activeren. Het is als met een straat die opengebroken is waardoor je niet via de snelste route op de plaats van bestemming kunt komen. Je moet dan een paar straten omfietsen om er alsnog te komen. Met zingen worden die omleidingen als het ware gemaakt.”

En blijft dat dan zo?

“Het is helaas niet zo dat je kunt zeggen: zing even een liedje en dan kun je alles weer. Je hersenen worden niet meer beter. Maar doordat met zingen het spraakcentrum ook geactiveerd wordt, kan iemand na het zingen weer wat praten. En dat is waarom zingen zo goed is. Zingen is een heel waardevolle manier om in het hier en nu te komen en contact met elkaar te maken. Je wordt blij van de muziek zelf én door het contact dat erdoor met de omgeving ontstaat. Je doet weer mee met de wereld om je heen. Dát is wat je bij de Participatiekoren ziet gebeuren.”

18 weergaven0 opmerkingen

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page